te Bodegraven getrouwelijk gediend te hebben, zijnen dienst aldaar nederleide. Hij overleed te Leyden ten jare 1612, in den ouderdom van 74 jaren. Na zijnen dood werd door zijne weduwe en kinderen een werkje van hem uitgegeven, opgedragen aan de predikanten, ouderlingen en diakenen der gemeente te Amsterdam, die zich de belangen van dit gezin schijnen aangetrokken te hebben, met eene voorrede van M. Arnoldus Glaserus, predikant te Woerden, geteekend: Woerden 2 Maart 1613, en getiteld:
Passie, ofte het lyden ende sterven onses Heeren Jesu Christi, naar de ordening der historien, uyt de vier Euangelisten te samen getrocken, oock der selvigher passi uytlegging, in seven sermonen; oock een Christelycke uytlegging der verrysenis Jesu Christi, in vier sermonen. Ghedaen door den geleerden Bernhardus Arnoldi, minister der Augsborgsche confessie der stadt Leyden. Joan. 6 Ondersoeckt de schriftuere, want sy gheeft ghetuygenis van my. Tot Leyden. By Diderick Cornelisz. ende J. Abramsz. Ao. 1613.
Zie Manné, Hist. d. Reform. bl. 337; Schultz Jacobi en Domela Nieuwenhuis, Bijdragen tot de Geschiedenis der Evang. Luth. kerk in de Nederlanden, St. II. bl. 45; St. III. bl. 106, 107; Glasius, Godgel. Nederl.; Kobus en de Rivecourt.