[Frederik de Moucheron]
MOUCHERON (Frederik de), in 1633 niet te Edam (zoo als Immerzeel wil) maar te Emden, waarheen zijn vader, om de religie gevlucht was, geboren. Te Amsterdam werd hij voor de kunst door Jan Asselyn opgekweekt, en tot een uitmuntend landschapschilder gevormd.
Toen hij den ouderdom van 22 jaren had bereikt, begaf hij zich, tot voorbereidiug zijner studien, naar Parijs, waar hij zich vooral bezig hield met het afteekenen van boomen, planten, gebouwen, gedenkteekenen, fonteinen en soms geheele landstreken, waarvan hij partij trok in zijne keurige landschappen, die door Theodorus Helmbreker, Adriaan van de Velde en Jan Lingelbach zijn gestoffeerd. Immerzeel schrijft: ‘Zijn kunstwerk is lieffelijk van koloriet, zijn voorgronden zijn helder, zijne verschieten nevelachtig; zijn boomloof is teeder en los behandeld; zijn penseel is vrij en aangenaam, soms echter is zijn kleur wel wat te geel of te groen.’
Het Haagsche Museum bezit twee landschappen van zijn penseel, het een door Lingelbach, het ander met jagers, door A.v.d, Velde gestoffeerd.
Op de verkooping van Goll werd voor een Landschap met figuren van den laatsten f 1400 op die van Muller, een door den eersten gestoffeerd, f 2,620.- betaald. Er is slechts een door hem geëtst prentje bekend, voorstellende een Boomrijk landschap, een allereerste druk gold bij den Grave von Fries, f 57,- en een nieuw opgewerkte druk f 30.-.
Na eene langdurige afwezigheid vertrok Moucheron naar Antwerpen, van waar hij zich naar Amsterdam begaf, en in 1686 overleed. Hij huwde in 1659 Maria Joudreville, die hem elf kinderen schonk.
Zie Immerzeel en Kramm.