[Daniel Mostaert]
MOSTAERT, MOSTAERT, MOSTERD (Daniel), secretaris van Amsterdam, in de eerste helft der 17e eeuw, vriend van Vondel, die hem zijn fraai dichtstuk De Roomsche Lier heeft toegewijd. Niet minder bevriend was hij met Reael, Barlaeus en anderen zijner beroemde tijdgenooten, vooral met Hooft, wiens geschiedkundige werken hij met Baak nazag. Meermalen ontmoeten wij hem in den vriendenkring op het slot te Muiden.
Hij was ook zeer ervaren in het latijn en Vondel behulpzaam bij het overzetten der Classici. Hij was een liefhebber en beoefenaar der Nederduitsche poëzij, en gaf in 1640 een treurspel, Marianne getiteld, in het licht.
Ook verscheen er van hem een werkje getiteld: Nederduytsche Secretaris oft Zendbriefschrijver, Amst. 1635, 24o. Met het tytelboexken, Amst. 1649; verm. Amst. 1656 m. portr. 24o. In de door van Vloten uitgegeven brieven van Hooft, komen twee brieven van dezen aan hem voor, en meermalen wordt in de brieven van en aan den drost loffelijke melding van hem gemaakt. Uit een brief van Vondel aan Hooft, d. 26 Julij 1646, blijkt dat hij toen gestorven en in de Nieuwekerk te Amsterdam begraven was. Er bestaat nog van hem in hands.:
Handvesten der stad Amsterdam, waar agter een Alphabeth op de oudste previlegieboeken ter secretarie berustende.
Zie Witzen Geysbeek, B.A.C. Woordenb., D. IV. bl. 454; Vondel's Werken, (uitg. van v. Lennep) (Reg.); Bloemkrans van verscheid. gedichten, bl. 105; G. Brandt, Leven van Vondel, D. I. bl. 321; Hooft, Brieven, (uitg. van Vloten), D. II. bl. 337, 378, D. III. bl. 542, 610, D. IV. bl. 205 volgg.; Koning, Slot van Muiden, bl. 76; Koning, Catal.; Kobus en de Rivecourt.