[Hermanus Montanus]
MONTANUS (Hermanus) werd als proponent in 1609 te Loenen beroepen, wegens zijne remonstrantsche gevoelens van zijnen dienst in 1619 ontzet, teekende de belofte van stilstand, die hij echter in 1620 weder herriep. In Julij 1622 te Haarlem predikende was hij in groot gevaar gevangen genomen te worden.
Men heeft van hem een werkje Over de Nuttigheyd van den Kinderdoop, noyt voor desen zoo overvloedelyck ende klaerlyck bewesen. Amst. 1647, 1648 (2o dr.) 8o.
Zie Brandt, Hist. d. Ref. D. IV. hl. 333, 763; Tideman, de Rem. Broeders., bl. 224, 231; Veeris en Paauw, Alphab. Reg. bl. 139; Schijn, Gesch. d. Menn., D. I. bl. 101; Muller, Godgel. Werk. bl. 95.