[Frans Montanus]
MONTANUS (Frans). Hij noemt zich onder een brief aan Petrus Rabus uit Middelburg, 1694, Fransoys van Bergen, gezegd Montanus. Hij geraakte met dezen Rabus in hevigen pennestrijd, ten gevolge van zijn ‘geprojecteerde psalmberijming’ Rabus noemt hem ‘den Sluischen verzopen ligtmis,’ ‘den slegtberuchten schrijver van zijne eigene ligtmisserijen.’
Men heeft van hem:
Gemengelde Parnas-loof. Amst. 1693.
Oorlogh der Philosophen.
Vredezang over Naamen en de Breedasche Klio, 1697, 4o.
Lofrede op Rabus. Middelb. 1699.
Zie Rabus, Boekz. v. Europa, 1698b, bl. 378, 553, 554, 556; Abcoude, Naaml. bl. 269, Aanh. bl. 143.