[Johannes Monsenus]
MONSENUS of MENSENUS (Johannes) werd omtrent den aanvang der 16o eeuw te Amsterdam geboren, legde zich op de letteren, vervolgens waarschijnlijk te Keulen op de godgelecrdheid toe. Hier werd hij licentiaat in de theologie en bragt er het grootste gedeelte van zijn leven door. Zijne schriften doen hem als een ijverig voorstander der Roomsche kerkleer kennen. Volgens Jöcher was hij hoogleeraar te Douai.
Hij schreef:
De loco ab hac vitâ purgatorio, oratio Coloniae habita. Colon. 1540, 12o.
Obscurorum aliquot sacrae scripturae locorum, per alias ejusdem Divinae scripturae sententias clariores luculenta interpretatio. Colon. 1540, 12o.
Finitiva scriptis e Canonicis Decisio, ab Apostolorum venire consuetudine, populo sub panis tantum specimine sacram syntaxim esse tribuendam. Colon. 1546, 4o.
Zie Sweertii, Ath. Belg., bl. 453; Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 542; Foppens, Bibl. Belg., T. II. p. 907; Pontanus Libr. II. C. 28 p. 261; Paquot, Mém. T. I. p. 659; Wagenaar, Amst. D. XI. bl. 202; Glasius, Godgel. Nederl.; Jöcher.