f 1500 verkocht. Zij stelde voor een pot vol bloemen, op het punt van te vallen, veroorzaakt door eene kat, dit een muizenval, waarin een muis is, onder zijn poot heeft. en verschrikt naar de bloemvaas omziet. Weyerman (Lev. d. Schild. D. II. bl. 393) noemt deze schilderij, een kunstjuweel, dat ten trots der lente, en als in een tweestrijd met de natuur, schijnt geschilderd.’
Op de verkooping van Muller gold een fruitstuk van hem f 730, en op die van G. van der Pot, een stuk met vruchten, een kreeft, enz. f 790. Het rijks museum te Amsterdam bezit van hem een bloem- en een fruitstuk, het Haagsche een bloemstuk. Hij overleed in 1679 en liet twee dochters na.
Zie Immerzeel, Kramm.