[Mr. Vincent van Mierop]
MIEROP (Mr. Vincent van), bijgenaamd ‘den grooten Vincent,’ zoon van Cornelis van Mierop en N. van Boschuysen, Ridder, heer van de Ketel, Spalant, Cabau, Spirinxhoek, Dortsmonde en Ruyven, ambachtsheer van Ketel, in 1469 geboren en door Karel V tot de hoogste eereposten geroepen. In 1515 werd hij rekenmeester, in 1518 eerste rekenmeester van Holland, daarna thesaurier-generaal over al de Nederlanden, ook werd hem het ambt van meester der requesten van Holland toevertrouwd. Groot was zijn invloed aan 't hof van Karel V en 's landszaken, ook was hij een der rijkste ingezetenen der Nederlanden. Wij vinden hem ook vermeld als afgevaardigde tot de overneming van het wereldlijk gebied van Utrecht en als bewaarder der charters. In eene Notariele akte van 4 Febr. 1647 wordt omschreven een Oudt Register van Landen en Renten, in 1539 door hem geschreven. Zijn naamteekening was zonderling, namelijk XXCt, waaruit men Vingt Cent moet lezen en daar achter Cornelis met vele krullen. Hij huwde Maria Ruysch, Vrouw van Cabau, overleed 23 Junij 1550, in den ouderdom van 81 jaren, en werd in de kerk der Augustijnen te Brussel begraven. Zijne kinderen werden opgenoemd door van Leeuwen. Bat. M. bl. 1017, 1018.
Zie Nav. D. III. bl. 98; Kobus en de Rivecourt; Hoynck van Papendrecht, Anal. Belg. T. I. p. 29, 167; Scheltema, Staatk. Ned.