[Jacobus Michael]
MICHAEL (Jacobus), door Bloccius Michiel of Michaelis, ook Jacobus de predikant genoemd, verkondigde reeds in 1564 het Evangelie te Obermorpter in Kleefsland, en was in 1568 lid der kerkvergadering te Wezel, nam vervolgens de dienst waar te 's Hertogenbosch, en werd, toen hij in 1573 zich te Dordrecht had neêrgezet, aldaar tot derden predikant beroepen. In het midden van 1574 werd hij aan Goreum ter leen gegeven. Ten gevolge van oneenigheid met den kerkeraad keerde hij, toen 's Hertogenbosch in 1577 tot de Staatsche zijde was overgegaan, derwaarts terug, doch moest die stad, toen zij in 1579 aan Parma overging weder verlaten.
Zie van de Wall, Privil. v. Dordr. bl. 1497; 's Gravesande, Tweehonderdj. gedachtenis van het eerste synod. bl. 222; Kist en Royaards, Kerk. Archief, D. I. bl. 457; 2 Serie. D. I. bl. 41; van Someren, Beschr. v. Gorkom, bl. 17; Schotel, Kerk. Dordr. D. I. bl. 99, volgg.; Groen van Prinsterer, Archives. T. V. p. 223-226.