[Gerhardus Emaus de Micault]
MICAULT (Gerhardus Emaus de), werd den 27 Febr. 1798 te Dordrecht geboren, en was de laatste mannelijke afstammeling eener oude Nederlandsche familie, wiens voorouders, anno 1099, onder den hertog van Bouillon als kruisridders den naam van Emaus aannamen, en wier wapen, bestaande in eenen rooden toorn met op den helm een rooden steenbok in 1361 door Philips van Bourgondië, en door keizer Karel V in 1536 te Gent gecomfirmeerd en onder Maria Theresia in het archief te Weenen opgenomen werd, terwijl de naam van Micault slechts cerst door zijn vader is aangenomen, zijnde die zijner moeder een mede van een uitgestorven geslacht.
Zijn vader, Pieter Emaus de Micault, woonde te Dordrecht, was gehuwd met Maria Charlotta van der Leth, en aldaar regter in het tribunaal. Reeds in zijne vroegste jeugd was blijkbaar onze Gerhardus een geboren schilder. Wat hij dacht en handelde, was immer daarop betrekkelijk, doch eene verkeerde opleiding en lotsbestemming was oorzaak, dat de bij hem aangeboren kunst gestadig werd onderdrukt en nimmer (door vele omstandigheden in zijn leven tegengewerkt) behoorlijk is kunnen ontwikkeld worden. Slechts weinige jaren heeft hij onderwijs genoten van Jan van Lexmond, een der minste discipelen van Jacob van Strij. Toen hij in 1816 geplaatst werd bij de administratie der belastingen te 's Gravenhage, werd hij, door het zien van zoo vele voortbrengselen der oude school, moedeloos, doch gelukkig eene aanbeveling bekomen hebbende aan den gepensioneerden majoor Bagelaar en den ritmeester P. Janson, namen deze den jongen mensch, bij wien zij zooveel aanleg bespeurden, onder hunne bescherming en leiding. Het is dan ook aan deze twee kunstbroeders te wijten, dat hij als het ware voor het vak is bewaard gebleven, en, niettegenstaande eene niet gelukkige levensloop, in zijne ledige uren vele teckeningen en etsen heeft vervaardigd, die gewoonlijk bestonden in kleine militaire bewegingen en gevechten, en ook landschappen, rijk in denkbeelden, en als het ware onuitputtelijk in ordonnantiën. Deze vervaardigde hij voor zijne vrienden met dezelfde gemaklijkheid als Jan Luiken, wiens manier hem