Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Tweede stuk
(1869)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Metius]METIUS. De eerste die wij van dit geslacht aantreffen, is Mr. Adriaan Anthonieszoon, soms Mr. Arriaan Thonisz., en ook wel Mr. Adriaan Doedensz.Ga naar voetnoot1) genoemd. Hij werd in of omtrent het jaar 1527 te Alkmaar geboren en was ten tijde van Alva lid der regering van zijne geboorte-stad. Op last van deze werd hij den 31 Augustus 1568 met andere regenten gebannen en zijne goederen verbeurd verklaard. In 1573 vindt men hem weder als presidentschepen vermeld en deed hij als Ingenieur, gedurende het beleg der stad, voortreffelijke diensten. Na dit beleg stond hij veertig jaren lang als Burgemeester aan het hoofd der zaken. Om hem, door zijne wiskundige bekwaamheden, meer dienstbaar te maken tot 's lands welzijn, stelde Willem I hem aan, als Ingenieur en Raad der Fortificatiën, met den titel van Sterktebouwmeester der Vereenigde Nederlanden, ook werd hij in 1618 door prins Maurits als oud Burgemeester, bij vernieuwing aan het hoofd van de acht oude regenten aangesteld. Hij vormde van tijd tot tijd de ontwerpen tot het aanleggen van sterkten, met name: de Bourtange, de Bellingwolder | |
[pagina 716]
| |
schans, de Schenkenschans, alsmede van Enkhuizen, van Lingen, van Harlingen en andere plaatsen, gelijk ook aan hem de zorg voor de beveiliging der zeestranden en der forten te Huisduinen werd opgedragen. Van de door hem vervaardigde kaarten, geteekend met het jaartal 1597, zijn nog aanwezig.Ga naar voetnoot1) Als wiskunstenaar komt aan Adriaan Anthoniuszoon de eer toe van de ontdekking der verhouding van de middellijn tot den omtrek van den cirkel, als 113:355, welke vinding naderhand de beoefenaars der wiskunde om strijd met lof vermeld hebben. Hij heeft bij zijne echtgenoote (Saida van Brederode) vier zonen verwekt met name: Dirk, Adriaan, Anthonij en Jacob, en is in 1607 in zijne geboorte stad overleden. Adriaan Antonieszoon schijnt slechts een werkje geschreven te hebben, dat niet gedrukt is, namelijk een boekje tegen de quadratuur van Simon van Eik of Duchêsne, ook wel Simon a Quereu genoemd, in het welk hij heeft aangetoond dat de rede van den omtrek tot de middellijn kleiner is dan 3 17/120 en grooter dan 3 15/106, tusschen welke de middelrede is 3 16/113 of 355/113.
Zie Verslag van 1847-1848 op de algemeene vergadering van het Wiskundig genootschap te Amsterdam, bl. 181 en volgende; van Swinden, Meetk. 2de druk, bl. 305 en 306. |
|