Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11

[Adriaan Graaf van Lynden]

LYNDEN (Adriaan Graaf van), broeder van den vorige, heer van Polenbering en Nederhemert, president der ridderschap des kwartiers van Nijmegen, ambtman der stad Grave en Lande van Ruik sedert 1722, gecommitteerde ter vergadering van de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden. Hij werd door een keizerlijk diploma tot den rang van graaf des heiligen-rijks verheven en door de ridderschap van Nijmegen tot curator der hoogeschool te Harderwijk benoemd, huwde in 1715 Stephania Anna Amarantha van Vittinckhof, genaamd Schell, erfdochter van Nederhemert, eenige dochter van Otto Frederik van Vittinchof, genaamd Schell, heer van Neder-Hemert enz., luitenant-generaal en kolonel van een regement te paard, ten dienste der Vereenigde Nederlanden, in Maart 1726 te Nijmegen over-

[p. 809]

leden, en van Margaretha van Rantwijk. Adriaan overleed den 3den van Oogstmaand 1764, in den ouderdom van omtrent 80 jaren, nalatende een zoon. Otto Frederik, die volgt.

Zie Ned. Jaarb. 1754. bl. 769; Paringet en van Alen, Mém. Beschr. der Stad Grave, bl. 361; Bouman, Gesch. der Geld. Hoog. D. II. bl. 14, 210.