Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11
(1865)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 802]
| |
Stumont, gouverneur van Charlemont en van het marquisaat van Franchimont, raadsheer in den Raad van State, geheimraad en hofmaarschalk, maakte zich beroemd in de oorlogen in Vlaanderen, Picardië, Italie, tegen de Mooren in Barbarije en tegen de Turken in Maltha. Tweemaal werd hij gevangen genomen, doch, op bevel van den koning van Spanje, gelost. In 1566 zijne nicht Maria van Ingenilandt, kleindochter van Jan van Ingenilandt en Dorothea van Lynden gehuwd hebbende, diende hij in de Nederlandsche oorlogen, onder den koning van Spanje, en is gouverneur van het graafschap Kuilenburg en later van Buren geweest. Toen in 1572 de bezetting deze stad had verlaten werd hij door de burgers in verzekerde bewaring genomen en aan Prins Willem I overgeleverd: om zich los te koopen, heeft hij zich van verscheidene rijke landgoederen moeten ontdoen. Na in den oorlog verscheidene voorname betrekkingen bekleed te hebben, en in verscheidene gezantschappen gebruikt te zijn geweest, overleed hij den 16 September 1610 en werd in de parochie-kerk van Theu, in het land van Franchimont begraven. Hij heeft bij zijne huisvrouw, die te Wijk bij Maastricht in de St. Maartenskerk ligt begraven, 9 kinderen nagelaten.
Zie Batkens, Annal. p. 269; van Hasselt, onuitgegeven stukken voor Vad. Hist. D. I. bl. 286. Voet van Oudheusden, Beschr. van Culenb. D. I. bl. 233, 285; Te Water, Verb. d. Edelen, D. III. bl. 532; Nijhoff, Bijdr. tot de Vad. Gesch. en Oudheidk. D. VI. bl. 208, 212. |
|