[Arnold van Lynden]
LYNDEN (Arnold van), stamvader van het geslacht der van Lyndens, afkomstig van de oude graven van Aspremont, welker geslacht, volgens Willem Veen, een Egmonder monnik, gesproten is uit Sigisfried, zoon van Aleonardus of Aldoardus, markgraaf d'Este. Hij was een jongere zoon der graven van Aspremont, en volgde zijn neef Godfried van Bouillon in 1096 naar het H. Land. Onder Boudewijn de eerste, koning van Jeruzalem, had hij het bevel over het leger der Christenen tegen den kalif van Egypte. Volgens Wilcko Jaresma landde hij, op zijn terugreis, 15 December 1106, met vele Friesche edelen, te Staveren aan, van waar hij zich naar Utrecht begaf, waar hij in groot aanzien kwam bij bisschop Burckhard en Helena, dochter van Robert, heer van Beusichem, trouwde, welke hem, volgens sommigen, de heerlijkheid van Lijnden of Lienden ten huwelijk bragt, naar welke heerlijkheid hij zich zou genoemd hebben. Hij verwekte bij zijne huisvrouw Bertha van Beusichem, 4 kinderen. Zij stierf in 1140; hij in 1150, beide werden in de abdij van Marienweerd begraven. Deze en eenige der volgende biographien zijn ontleend aan Butkens, Trophées sacrés et profanes du Duché de Brabant, Avec les preuves, la Haye, 1724-1726, 4 T. fol.; Butkens, Annales généalogiques de la Maison de Lynden, diviseés en XV livres, vérifiées par chartes, titres et aultres bonnes Preuves, embellées des figures de divers pourtraits, Chasteaux, Sepultures et anciens Sceaux,
Anv. 1626. fol.; F.G. Baron van Lynden, Twee Brieven over de Broederorde van St. Jacobsbroederschap, 's Hage, 1827; D. van Hoogstraten, Gr. Alg. Hist. Geogr. Chr. en Oordeelk. Woordenb.; Ferwerda, Geneal. van de adel. familie van Lynden in Adel. en Aanzienl. Wapenb.
Zie Kok, Vad. Woord. o.h.w. vergel. met van Spaen, Inl. tot de Hist. van Geld. D. III. bl. 437, 438.