[Jacobus Love]
LOVE (Jacobus), zoon van Reynerus Love en van Maria Oosterling, werd den 27sten Febr. 1687 te Amsterdam geboren, studeerde te Leyden in de godgeleerdheid, onder van Til, à Marck, Fabricius en Wesseling, vervolgens te Utrecht. Den 8sten December 1726 promoveerde hij te Harderwijk des morgens, onder B.S. Cremer in de godgeleerdheid en 's namiddags, onder C. van Houten in de wijsbegeerte. Toen hij op het punt was als kapellaan van den ambassadeur Buijs naar Frankrijk te vertrekken, werd hij (17 Febr. 1715) te Nieuwveen beroepen, waar hij den 6den November 1752 overleed. Gualterus Soetens predikant te Kalslagen, hield eene lijkrede op hem, en Willem Abraham Tielenius Kruijthoff, predikant te Edam, vervaardigde zijn grafschrift. Hij huwde den 13den Maart 1716 met Susanna van Leeuwaarden, dochter van Cornelis van Leeuwaarden en Catharina Snoek, en liet na: mr. Jacob Adriaan Love, advocaat voor het Hof van Utrecht en schout van Werkhoven, Laurentius Cornelius Love, toen student, en Anna Catharina Love, gehuwd met Mr. Philippus Theodorus van Eelde.
Hij schreef:
Dissertatio Historica de Propagatione Ecclesiae, of eene Geschigtkundige Verhand. der kerke, Amst. 1725.
P. Cluverius, Batavische Outheeden met de Verhandel. over de 3 uitloopen van den Rhijn door P.C. uit het Latijn vert. 2 dr. vermeerderd met een Inleiding door J.L. Amst. 1719. 2 dl 8o.
Zie Boekz. der Gel. Wer. 1725. b. bl. 631, 1753. a. bl. 100. Gesch. der Geld. Hoog. D. II. bl. 198; Bodel Nijenhuis, Biogr. Lijst van Plaatsbeschr. No. 27, 91.