[Louise Henriette]
LOUISE HENRIETTE, oudste dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms, werd den 27sten November 1627 in den Haag geboren, huwde in 1646 met Frederik Wilhelm, de groote keurvorst van Brandenburg. Zij was een zeer vrome en verstandige vorstin. Men vindt van haar 4 liederen, in een op bevel van haren gemaal vervaardigd en haar opgedragen liedeboek (Berlijn 1653), waaronder ‘Jezus is mijn toeverlaat’ en ‘Ik wil mij van mijn misdaân, Heer, tot U mijn God! bekeeren,’ die nog in den mond van alle christenen in Duitschland leven.
Zij was de vraagbaak van den keurvorst, die niet zelden zijne geheime raadsvergadering verliet om haar te raadplegen. Zij volgde hem in den Zweedsch-Poolschen oorlog naar Pruissen en Denemarken. Zij overleed te Keulen aan de Spree den 8sten Junij 1667. Dikwerf riep de keurvorst, in netelige omstandigheden, met den blik op hare beeldtenis, die in zijne kamer hing, geslagen uit: ‘o Luise, Luise wie sehr vermisse ich Dich!’
Zij schonk hem Karel Emilius, den 28sten November 1674 te Straatsburg gestorven, Frederik, koning van Pruissen, en Lodewijk in 1687 gestorven. Zij is herhaaldelijk afgebeeld.
Zie Johann Wegfuehrer, Leben der Kurfürstin Louize, geb. Princ. von Nassau-Oranien, Gemahlin Friedrich Wilhelm des Grossen Kurfürsten in Brandenb. treugesch. dargest. Leipz 1838. 8o. S. Hörsch, Erinner. an den grossen Kurf. und an Seine Gemählin Louise von Oranien, Berlin, 1852. 8o. Louise Henriette van Oranje-Nassau, Keurv. van Brandenb, naar het Hgd. 1836. 8o. Rotermund, Fortz und Ergänz. zu Jöcher's Algem. Gelehrt. Lexic. c.v. Dr. E. Vehse, Gesch. d. Preusz. Hofs und Adel, T. I. S. 157; Hagenbach, Het Wezen en de Gesch. der Herv. D. V. bl. 241; Gedenks. om te dienen tot de Hist. van Brandenb. bl. 123; Leven van Fred. Hendr. bl. 71. Cat. v. Portr.