aangewend tot uitvinding van de beste gedaante en vorm der schepen, ten einde deze de meest mogelijke snelheid en bezeilbaarheid te geven. Ter bereiking van dit doel nam hij menigvuldige proeven, en bezocht hij zelfs buitenlandsche scheepstimmerwerven. Bij al zijne pogingen en proefnemingen ging hij van het beginsel uit, dat de burgerlijke scheepsbouw in Nederland in de laatste jaren niet in dezelfde mate als de scheepsbouw voor de Marine en de burgerlijke bouwkunst van huizen enz. was vooruitgegaan, en dat zij in vele opzigten voor verbetering vatbaar was. In een land met zoo vele wateren en rivieren doorsneden en bijna overal door de zee omringd, achtte hij de invoering daarvan nuttig en noodzakelijk, vooral in een tijd, waarin de buitenlandsche vrachtvaart zich eerlang tot zulk een hoogte verhief. Doch de gehechtheid der scheepsbouwers en werkbazen aan hunne wijze van bouwen naar eens gemaakte mallen of modellen, en hunne minachting voor de teekenkunst schenen voor alsnog een onoverkomelijk bezwaar in den weg te stellen. Dit bezwaar heeft van Loon allereerst trachten te overwinnen door het uitvinden van een nieuwe teekenwijze, het maken van eenvoudige machinale teeken instrumenten, en vervolgens door het uitvinden van de loeflijn, eene lijn tusschen de kiel van het schip en de oppervlakte van het water, welke hij tot vorming van de gedaante in de lengte en tot bepaling van het punt der meeste wijdte als het grondbeginsel der snelheid en van de beste gedaantegeving beschouwde. Van Loon heeft zulks en andere resultaten zijner beoefening van den scheepsbouw het allereerst openbaar gemaakt in eene verhandeling, getiteld:
Beschouwing van den Nederlandschen Scheepsbouw met betrekking tot deszelfs Zeilaadje, door ...., Aan wien door de Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij in 1820 de zilveren medaille en tien dukaten is toegewezen en de vrijheid gelaten deze in druk uittegeven. Haarl. 1820. Op de tentoonstelling te Brussel, in 1830, leverde van Loon een naar zijn beginsel door hem zelven vervaardigd sierlijk model van den snellen zeilkotter, zonder zwaarden, sedert gebouwd ten behoeve van deu Baron van Tuyl van Serooskerke van IJzendoorn, welk model thans berust in het Koninklijk modellen kabinet der Marine te 's Hage. Doch inzonderheid heeft van Loon deze stelling, in verband met zijne nieuwe teekenwijze, praktisch ontwikkeld in zijne Handleiding tot den Burgerlijken Scheepsbouw, met Atlas van 20 platen. Workum. 1838. Ook werd hij door beroemde mannen opgewekt tot het schrijven van een Handboek voor de Scheepsbouwers. Hierin werd hij door verschillende redenen belet, doch tot zijn dood ging hij voort met het maken van werktuigen en modellen, waaronder zijne vernuftige en kunstig zamengestelde Steigermachine. Van Loon beoefende ook de dichtkunst; vele proeven zijn