[F.J. Lonsing]
LONSING (F.J.), werd in 1743 te Brussel geboren, kreeg het eerste onderwijs in de teeken- en schilderkunst aan de akademie te Antwerpen en behaalde aldaar in 1759 den eersten prijs. Vervolgens oefende hij zich onder Geeraerts, en vertrok op kosten van aartshertog Karel naar Italië, om zich aldaar verder te ontwikkelen.
Te Rome was hij werkzaam onder den beroemden Raphael Mengs. Van daar begaf hij zich naar Lyon, en vestigde zich in 1783 te Bordeaux, en overleed den 11den April 1799 te Leognan in de nabuurschap dezer stad.
‘Zijn kunstwerk’ (schrijft Immerzeel) ‘is zeer geacht en in een ongemeenen stijl. Hij teekende en toonde veel oordeel en kennis in zijne compositiën. Men vindt in zijne schilderijen een mengeling van de gronden der Vlaamsche en der Italiaansche school.’ Hij etste vele platen voor de Schola Itnlicae Picturae, Romae, 1773, in fol., van den geleerden Hamilton.
Hij schilderde meest portretten. Nog even voor zijn dood werd hem, door een rijken handelaar van Bordeaux, het beschilderen van eenige zalen zijner woning opgedragen.
Behalve de platen voor de Schola, wordt nog van hem vermeldt:
De Graflegging van Jezus, naar Rafael Sanzio.
Meleager en Atalante, naar Guil. Pippi, gr. 4o. f. obl.
In 1833 is zijn portret door Goethals te Gent uitgegeven en aan de Société des Beaux Arts aldaar opgedragen.
Zie Immerzeel, Lev. en Werk. der Holl. en Vl. Kunst-Schild. D. II. bl. 184; Kramm, Lev. en Werk. der Holl. en Vl. Kunst-Schild. D. III. bl. 1009; Messager des Scienc. etc. Gand, 1833, p. 62.