[Johannes Lomeyer]
LOMEYER (Johannes) werd in 1636 te Zutphen geboren, in 1667 predikant te Deutichem, in 1670 Rector en Professor Litt. hum. te Zutphen, en in 1674 predikant aldaar. Hij stierf in 1699.
Lomeyer was een geleerd man. Vlijtig beoefenaar der oude talen en oudheidkunde inzonderheid der gewijde. Hiervan heeft hij blijken gegeven in:
De Bibliothecis. Ed. 2. Auct. Ultraj. 1680. 8o.
Dierum genialium sive Dissert. philolog. decas. 1 et 2 Daventr. 1694. Zutph. 1696. 21. 8o.
De lurtrationibus veterum gentilitium.
Observationes in Cap. XVI Euang. sec. Lucam. Ultraj. 6831. 12o.
Ook in het Ned. Verklaringe over het zestiende Kapitel van het Evangelium Luce, waar in de staat des Jodendoms onder het Nieuwe Testamend word afgebeeld, voor dezen in het Latijn beschreven door Johannes Lomeyer, Predikant te Zutphen, na in de Nederlandsche tale overgaat door Jacobus Scheers. S.S. Min. Cand. Zutphen 1695 8o.
In 1700 bezorgde hij eene nieuwe uitgaaf der Agonistica sacra, sive syntagma Vocum et Phrasium Agonisticarum, quae in S. Scriptura, inprimis vero Epistolis S. Pauli Apostoli occurrunt van den Dortschen leeraar Jac Lydius, te Zutphen en te Deventer bij Johannes van Spijk en Daniel Schutten in 12o. cum additamentis. Dit boekje werd twee