kronijk der voornaamste gebeurtenissen op te maken, welke, sedert 1270 tot op zijnen tijd, meestal in of met betrekking tot deze stad hadden plaats gegrepen; vulde haar aan met velerlei kleinere bijzonderheden, en maakte, doorgaans uit echte bescheiden, eene naamlijst op der regenten sedert 1618 tot 1672. Eerst na 1746 verscheen deze arbeid te 's Hage bij van Tol en van Graauwenhaan, onder den titel van Chronycke ofte korte waere Beschryvinge der Stad Rotterdam, in 4o., met verkeerde opgave van den voornaam des autheurs. Achteraan vindt men eene verzameling van handvesten, privilegiën enz. bijna uitsluitend Rotterdam betreffende, en, ofschoon meestal uit gedrukte werken overgenomen, wel belangrijk in zich zelve, maar onder de handen van overschrijver of zetter, doorgaans deerlijk verminkt. De Kronijk der Stad Rotterdam tot 1670, met plattegr. Rott. 1778, in 2 stukken, bij G. Manheer, Rott. 1783. 4o. (door G.) Manheer) is nagenoeg niets anders dan Lois, in spelling verbeterd en aangevuld uit de aanteekeningen achter J. Kortebrants' Tweede eeuwgetijde der Rotterd. Vrijheid, 1572.
Zie G. van Reyn, Geschiedk. Beschr. van Rott. voorr. bl. XXI, XXII. Bodel Nijenhuis, Biogr. Lijst van Plaatsbeschr, bl. 109, 111.