tal leden der Utrechtsche gemeente en ook studenten deelnamen, waarbij hij geene dogmatiek, maar de beoefening des christendoms, ook met behandeling van ingewikkelde gewetensvragen, voordroeg. Bovendien hield hij voor studenten voorlezingen over de practische godgeleerdheid. Zijne schriften waren dan ook alle van stichtelijken inhoud, behalve één enkel over het vierde gebod, waarin hij de zijde van Voetius tegen Coccejus koos. Ypey en Dermout hebben hem als godgeleerde, Heringa als volksleeraar beschouwd, terwijl zijn gewoon verblijf het Park te Utrecht L.E. Bosch aanleiden gaf tot eene levenschets van den godvruchtigen leeraar en gevierden dichter. Lodensteyn overleed den 6 Augustus 1677. Zijn sterven was als zijn leven, voorbeeldig, stichtelijk, christelijk. Zijn overschot werd in het familiegraf
te Delft bijgezet. Zijn afbeelding bestaat in prent.
Hij schreef:
J. van den Bogaerts laatste Uyren, Utr. 1663.
Opdragt van een Christens tydlycke goederen aan haar Eygenaar, ofte Schrift- en Regtmatig oordeel nopende derselver eygendom en bestel enz., in Digt en in Proza, Utr. 1673. 4o.
Vredeschrift, Delft, 1615. 4o.
Weegschaal van de onvolmaaktheden der Heyligen, Utr. 1664. 12o., Rott. 1712, Amst. 1728. 8o. 3de dr.
Heerlykheid van een waar Christelyk leven in een waar godsaligen wandel, Amst. 1711. 8o, Rott. 1738. 8o.
Geestelyke opwekker voor het onverloochende doode en geestelooze Christendom, Amst. 1696, 1701; en deszelfs vervolg in 9 predikatiën, met desselfs leven en sterven, door E. van de Hooght, Amst. 1732. 8o. 3de dr. - G.O. of tien uytgelesene Predicatiën over de Selfsverloochening, Amst. 1740; G.O. enz. en Vervolg, Amst. C. van Essen, 8o.
Vervalle Christendom uyt hare zorgeloose doodslaap opgewekt in predikatiën, Utr. 1714, Amst. 1742. 8o.
Lucas heylig Evangelium, Amst. 1718. 8o., ook L. eeuwig Ev., mogelijk hetzelfde met Lucas Euangelium - berymt nevens twee predikatiën en eenige brieven.
Uitspanning behelzende Stichtelyke Liederen en andere Gedichten, 4 d. 5de dr. Amst. en Utr. 1693-1698. 8o., Amst. 1727. 2 d. 8o., 1739. 2 d. 8o., 1743. 3 d. 8o., Amst. en Rott. 1744. 2 d. 8o. (volgens sommigen is die van 1743 de 12de dr), 1754 (13de dr.), 1769, met een Aanhangsel met muzyk, 8o. (15de dr.), 1780 (16de dr.), Utr. 1795, met verbet. taal- en spelwyze.
Geestelyke Gedagten van 't waere Weezen van 's volks dwalingen daar over en Predicatie over Ezechiel XXXVII:6, 8, Utr. 1678. 4o.
Zions Weeklagen, 4o.
Monster der Nederlantsche Geschillen, 8o.