[Herman van Lochorst]
LOCHORST (Herman van), domdeken te Utrecht, afstammeling van het Stichtsche geslacht van dien naam, dat in de vijftiende en volgende eeuwen in Utrecht in groot aanzien was en regeringsposten bekleedde, nam in 1413 deel aan een oproer der Arkelsgezinden, onder voorwendsel dat de stad Utrecht aan den graaf van Holland verkocht was. Twee jaren later (1415) zelve een oproer willende stillen, werd hij met zijn broeder Jacob, die toen schont was, gedwongen de volkswoede in het klooster der kanunniken te ontvlugten. Nog denzelfden dag werd hij uit de stad gebannen. Gedurende de twisten tusschen Rudolph van Diepholt en Sweder van Cuylenborch, hield hij de partij van den eerste. De laatste had hem met vrijgeleide ontboden, elf dagen op het Huis ter Horst laten opsluiten, en door alle middelen, zelfs door zware dreigementen, trachten te bewegen zijn decanie ten behoeve van zijnen neef af te staan, en toen hij zulks volstandig bleef weigeren, hem schandelijk op een klein veulen paard van het slot laten rijden, in verwachting dat zijne vijanden hem onder weg zouden doodslaan of gevangen nemen.
In 1432 werd hij door het kapittel gevonnisd en gevangen gehouden. De reden hiervan is onbekend, doch Burman gist, dat hij zich niet wilde schikken naar het besluit van het concilie te Basel 1431, dat Hendrik Scatter tot domdeken benoemd had, en de kanunniken hem wilden verpligten daar aan te gehoorzamen. Dewijl velen hem zeer beminden en de Raad beducht was, dat sommigen hem met geweld zouden willen verlossen, waardoor opschudding en een gevaarlijke opstand te duchten was, liet deze afkondigen, dat hij die eenig verzoek deed, om ‘den domdeken te verlichten, off syn sententie te veranderen, off dat daar toe dienen mocht,’ voor vijf jaren uit de stad zou gebannen worden. Hij heeft zich later weder met de kanunniken verzoend, en bleef deken tot 1438, toen hij stierf en hij door Johan Preys werd opgevolgd.
Zie Bat. Sacra, T. I. p. 284; Burman, Utr. Jaarb. D. I. bl. 130, 170, 346, 433 Nav. D. II. bl. 40, 103, 130, 192 (over het wapen.)