Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11

[Matthias de Lobel]

LOBEL (Matthias de), beroemd kruidkundige, in 1539 te Rijssel geboren, studeerde te Montpellier in de geneeskunde, was hofmedicus van prins Willem I, en praktiseerde zoo te Amsterdam als te Delft. Later werd hij kruidkundige van koning Jacobus I van Engeland, en stierf in 1616 te Highgate. Zijn portret is vervaardigd door François de la Raine, fol.

Men heeft van hem:

Stirpium adversaria seu Stirpium historia, Antv. 1570. 4^o.

Plantarum seu Stirpium historia, Lond. 1572, Antv. 1576. fol.

Icones Stirpium, 1581. 1591. 4^o.

Animadversiones in officinam Pharmaceuticam Guil. Rondeletii.

Actaria in Antidotaria vulgata Censurae benevolae, Lond. 1605. fol.

[p. 530]

Balsami, Opobalsami, Carpobalsami et Xylobalsami Explanatio, Ibid, 1598. 4^o.

Hij droeg zijn Kruydboeck ofte beschryvinghe van allerley gewassen, kruyderen enz. Antw. C. Plantyn, 1581. fol., Antw. 1651. fol., aan prins Willem I op, en gaf hem daarbij den eernaam van stadhouder-generaal van de Nederlanden, gouverneur van Brabant en Holland, Zeeland, Vriesland en Utrecht.

In de Bibliotheek der Leidsche hoogeschool bevindt zich Herbarius, cum figuris additis quam plurimis ex Caroli Clusio et Matthia de Lobel, praeter illas Dodonaei, descriptus chorographo R. Raphelengii: legatus ab Justo Raphelengio primum Everhardo Vorstio, qui reliquit filio Adolpho: ex cujus bibliotheca emptione comparavit Florentius Schulius: et ex Schuliana auctione Arnoldus Syen, a quo transmissus ad Academicam Bibliothecam, Plusmier heeft den naam van Lobelia aan een bloem gegeven.

Zie Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 661; Foppens, Bibl. Belg. T. II. p. 876; Bibl. Univ. i.v. Ilmersec, Oude en middelgesch. der Geneesk. bl. 263-264; Bibl. L.B. p. 113; Beaufort, Lev. van Willem I, D. III. bl. 717, 718; van Kampen, Bekn. Gesch. der Ned. Lett. en Wetens. D. I. bl. 321, D. II. bl. 643; Arrenberg, Naamr. van Ned. Boek. bl. 260.