een der grootste helden van zijn tijd. Zijne aanstelling tot ridder van het gulden vlies is er een bewijs van. Koning Philips koos hem in 1586, om met de gemagtigden van koning Hendrik, al de geschillen te beslissen, die ontstaan konden over de verklaring en uitvoering der punten van het bestand, den 25sten Dec. 1581 gesloten. Hij huwde 3 Junij 1554 met Johanna de Witthem, gesproten uit een doorluchtig Brabantsch geslacht, 't geen met de voornaamste huizen naauw was verbonden.
Zie Nobil. des P.B. T. I. p. 154, 241-243, T. II. p. 434, 435, 453 Le Vrai Supp. au Nobil. T. II. p. 112, 113. Quart. Généal. T. I. p. 208, 277. Carpentier, Hist. de Cambray, P. III. p. 79, 315, 835, 844, 905, 934, 941, 1082. De Sueur, La Flandre Ill. p. 142, 202. Christinaeus, Jur. Her, P. I. tab. géuéal. 3 W. te Water, Hoogadel. Zeel. bl. 96, 97. van Meteren, Ned. Hist. B III. bl. 55. Bor, Ned. Hist. B. VI. bl. 309. C.P. Hoynck van Papendrecht, Anal. T. II. P. II p. 212, 424. 's Gravezande, Tweede Eeuwget der Midd. Vrijh. bl. 207. Wagenaar, Vad. Hist. D. VI. bl. 125, 276, 414. Beaufort, Lev. van Willem I, D. II. bl. 56. te Water, Verb. en Smeeks. der Edel. D. II. bl. 497.