[Antoine des Lions]
LIONS (Antoine des), te Bethune in Artois geboren, trad, in 1608, achttien jaren oud, in de orde der Jesuiten, onderwees met groote toejuiching de fraaije letteren, en vervulde met niet minder lof, gedurende 25 jaren, de predikdienst in verschillende steden, en 3 jaren aan het Hof van den kardinaalinfant, gouverneur der Nederlanden. Hij stierf den 11den Julij 1648 te Mons, in den ouderdom van 58 jaren. Men heeft van hem een paar godsdienstige geschriften, zoo als:
Traité sur les stations de la Passion de N.S.J.C.
Histoire de l'Institution, exercises et privilèges de l'ancienne et miraculeuse Confrèrie des Charitables de St. Eloy, Apostre des Pays-Bas, Evesque de Tournay et de Noyon, Patron Tutélaire de Bethune et de Beuvry, Tournay, 1643, Douai, 1709. 12o., in vele latere uitgaven vermeerderd door Gilles Joly, heere van Vaultry, tresorier der Staten van Artois te Bethune.
Meer is hij bekend als dichter.
Vroegere en latere beoordeeluars zijner Latijnsche poëzy, geven hem regtmatigen lof, en stellen hem in gelijken rang met Hosschius. Behalve een menigte school-drama's en andere gedichten, die niet in het licht zijn gegeven, bezitten wij van hem:
De Angeli Tutelaris cultu Elegia, eerst afzonderlijk, later met de 2de uitg. (p. 108-112) van het volgende gedicht, en achter de Poëmata van Malapertus uitgegeven.
De Cultu B.V. Mariae Elegiarum libri tres, Antv. 1612. kl. 12o. 1671. Romae, 1671, Pragae, 1682. De twee eerste verschenen omstreeks 1630 te Douai. Paquot en Peerlkamp hebben eene gelukkige proef uit dit gedicht medegedeeld.
Elegiae de amore Jesu, Antv.