[Jan van Linsen of van Linzen]
LINSEN (Jan van) of van Linzen. Zijn geboortejaar en geboorteplaats is onbekend, doch men weet dat hij Italie heeft bezocht. Van daar zich ingescheept hebbende, werd hij door de Mooren genomen, op hunne kust aangezet en moedernaakt uitgeschud, doch behield, door een zeldzaam voorval, het leven en raakte weg, waarvan hij te huis gekomen, eene schilderij heeft vervaardigd, Hij vestigde zich vervolgens te Hoorn. Toen hij daar eens zat te spelen en won, begon zijn makker over zijn verlies te morren en eindelijk te zeggen: ‘Ik steek je straks met een mes in je huid.’ Linsen, geen achterdocht hebbende, wijl ze altijd goede vrienden waren geweest, begon te lagchen, doch de ander gaf hem, onder de tafel door, verraderlijk den doodsteek. Linsen viel terstond ter neder, en na gezegd te hebben, ‘dat hij verraderlijk vermoord was, van dien hij lief had, maar dat hij hem vergaf,’ stierf hij. Zulks geschiedde in 1635. Behalve het genoemde stuk, vermelde Houbraken van hem een langwerpig stuk, voorstellende een geheel rotsachtig landschap; een groot zandig landschap, rijk met beelden, en twee zeer boschrijke landschappen, met bokken en ander klein vee gestoffeerd.
Zie Houbraken, Leven der Schild. D. III. bl. 30, Verv. bl. 49; Immerzeel, Lev. der Holl. en Vl Kunst-Schild. D. II. bl. 180; Abbing, Verv. op Velius, V. bl. 46, B. bl. 63.