[Johannes Ligarius]
LIGARIUS (Johannes), werd te Nesse in Oost-Friesland geboren, studeerde, op kosten der Emdensche kerk, te Wittenberg, waar hij inzonderheid Melanchton's leerling was. Hij werd vervolgens predikant te Uphuizen, daarna te Norden, waar hij, om zijne hevigheid van de bediening ontzet, maar niet lang daarna predikant te Wolthuizen werd. Op aandrang eeniger kooplieden, begaf hij zich in 1566 naar Antwerpen, en verkondigde aldaar het Evangelie. De hitte der vervolging dwong hem die stad te verlaten, waarna hij eenigen tijd veldprediker bij Willem I, vervolgens in zijne geboorteplaats beroepen, en later hofprediker van graaf Edzar van Oost-Friesland werd. In 1586 kwam hij in ons vaderland terug, en werd predikant te Woerden. Reeds in 1573, toen hij te Nesse, zijne geboorteplaats, het Woord predikte, had men hem te Woerden verlangd. De gemeente was destijds reeds zoo aangewassen, dat de Regering der stad, de beroeping van eenen derden predikant noodzakelijk achtte. Dit was toenmaals mislukt, thans had zij een beteren uitslag, en in het reeds genoemde jaar, werd hij tegelijk met Segerius Koningsbergen, tot haren leeraar bevestigd. Te Woerden bestond toen eene aanzienlijke Luthersche gemeente. 's Lands hooge Overheid wenschte, dat deze langzamerhand tot de gemeenschap der hervormde kerk zou worden overgebragt. Koningsbergen bevorderde dien wensch, doch Ligarius, de voormalige kweekeling van Wittenberg, was van eene tegenovergestelde rigting. Hierop ontstond er tweespalt tusschen de beide leeraars, en daar Ligarius van geen toetreding wilde weten, besloot men hem te verwijderen. Men verzamelde eene reeks van spreekwijzen en uitdrukkingen, die, zeide men, door hem waren gebezigd, en beschuldigde hem van tegen 's Lands Overheid gepredikt te hebben. Eerst hoorde men hem, (22 April 1591) op het Raadhuis te Woerden,
en later werd hij, op last der Staten, voor het Hof van Holland gedagvaard. Het hem aangekondigd arrest werd wel, ten gevolge zijner verklaring, om ten allen tijde bereid te zijn voor het hof te verschijnen, opgeheven, maar hem tevens verboden om, gedurende het regtsgeding, te Woerden of elders in Holland, Zeeland en Friesland, eenige godsdienst uit te oefenen. Den 20sten Oct. 1591 ontving hij van de Woerdensche regering een loffelijk getuigschrift. Ligarius hield eene afscheids-rede in de Groote Kerk, doch gedurende de godsdienst-oefening, werden de deuren door zijne tegenstanders opengebroken, en hij, onder het spelen der klokken, buiten de stad geleid.
Nog in hetzelfde jaar werd hij te Emden beroepen, waar zijne verkleefdheid aan de Luthersche leerbegrippen, hem wederom in lijden bragt. In 1595 dreven de Emdenaars hem en de Lutherschen uit hunne stad. Hij begaf zich naar Norden, waar hij den 21sten Januarij 1596 overleed.