[Gerard de Liege]
LIEGE (Gerard de) of Gerardus Leodiensis, aldus naar zijne geboorteplaats genoemd, werd Dominikaner monnik, en was zulks in 1340, toen hij met Hugues de St. Cher. sedert kardinaal, Guyard de Laon, bisschop van Kamerijk, en met de vaders Gilles en Jan, lectors in het Dominikaner klooster van Luik, geraadpleegd werd over de instelling van het Fête Dieu. Hij leefde nog na 1270, en werd om zijne heiligheid en zijne gave om over goddelijke dingen te spreken, de Goddelijke bijgenaamd.
Hij schreef:
Liber S. Tractatus de doctrinâ cordis, Paris, 1506. 16o. Neap. 1605. 12o. (uitg. bezorgd door Lodewijk van Aquina), vert. in het Fr. door François de Lattre, en herzien door Walrand Caoult, Douai, 1601. 12o., Lyon, 1608.
Sermones de Tempore et de Sanctis, ms.
Religionis Elueidarium of Moralia pro Religiosis. Men betwijfelt of dat het werk van Gerard is, even als het volgende Tractatus de Testamenti Christi.
Zie Fisen, Origo prima Testi Corp. Christi, p. 94, 95; Sanderi, Bibl. Belg. ms. T. I. p. 104, 117, 135, 141; Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 276; Quétif en Echard, Hist. Ord. Prem. T. I. p. 195, 248-259, T. II p. 431; Paquot, Mém. pour servir à l'Hist. Litt. des Pays-bas, T. II. p. 557.