[Jacques L'hermite]
L'HERMITE (Jacques), admiraal van Holland. In 1623 zonden de Staten, om den koning van Spanje des te meer afbreuk te doen, elf kloeke, wel bemande en van alles voorziene schepen, onder hem, naar de Zuidzee. Daar gekomen, ontmoette hij eene vloot Spaansche schepen in de haven van Lima, die hij aantastte en na een bloedigen strijd overwon, omtrent den tijd toen Spinola Breda ging blokkeren. Na deze overwinning had hij de stad waarschijnlijk kunnen veroveren, doch hij meende meer voordeel aan den Staat te doen met de zilvervloot te veroveren, die in de volgende maand December naar Spanje stond te zeilen. Hij stak dan weder in zee, om op de vloot te passen. Maar deze aanslag, door de leugens van een Spaanschen stuurman, dien hij gevangen genomen en naar het vertrek der vloot gevraagd had, verijdeld zijnde, keerde hij naar Lima terug. Hij ankerde regt over Callao, geen twee mijlen van Lima, en door twee torens en een vast kasteel versterkt. Na achttien booten uitgezonden te hebben, volgde hij zelf 's nachts met veertig anderen, in weerwil van het vreeselijk schieten van den vijand van zijne batterijen, gallioenen en kraken. Hij verbrandde aldaar tusschen de dertig en veertig van 's vijands schepen, waaronder negentien groote kraken en een galjoen. Vervolgens door een neger onderrigt, dat er nog een schip lag, geladen met 2 miljoen, dat de zilvervloot niet had kunnen volgen, wendde hij, om het te achterhalen. Deze prooi hem ontzeild zijnde, kwam hij 's anderen daags weder in de haven, waar hij negen honderd man aan land zette, om zich meester van de stad te maken, doch na den stadsvoogd, die het landvolk in de wapens had gebragt, om de stad te beschermen, driemaal op de vlugt te hebben gedreven, was hij genoodzaakt van zijn voornemen af te zien, wijl de onderkoning van Lima den stadsvoogd een magtigen onderstand toezond. Hij week naar een eiland, omtrent twee mijlen van daar gelegen, tegenover de haven van het kasteel. Op dit
eiland de Lima overleed hij, die reeds bij zijn uitreis zickelijk was, en werd met groote statie begraven. De onderzeevoogd Jan Huigensz Schapenham, nam het bevel der vloot op zich, en de schout bij nacht Jan Willemsz Verschoor werd onder-zeevoogd.
Zijn zoon Jacques l'Hermite, de Jonge, huwde den