[Hugo Leysenich]
LEYSENICH (Hugo, burggraaf van), of Leysenick, heer van Penning, een Saksisch edelman, die door hertog Albrecht, kort voor zijn overlijden, tot stadhouder in Friesland werd aangesteld. Zijn naam staat met een zwarte kool in de geschiedenis van dat gewest, wegens zijne wreedheid en trouweloosheid, geschreven. Hij begon zijn bewind met onderwerping der Zevenwolders, het onthoofden van Douwe Galama en het met gruwelijke wreedheid doen ter dood brengen van Evert Drager en andere gevangenen; verhinderde de onderhandeling, die er bestond tusschen Filips van Oostenrijk en hertog Hendrik van Saksen, omtrent de overdragt van Friesland; legde nieuwe lasten op, vernielde het huis van Gerbrand Mockema en vestigde zijn gezag door voortdurend geweld; schreef tot de belegering van Groningen den vijfden man uit; poogde, doch zonder gelukkigen uitslag, het leenregt in Friesland in te voeren. Zijne handelingen noodzaakten den vorst, om hem door een raad, uit 3 Saxische en 3 Friesche heeren, te doen vervangen. Hij stierf voor 1538. Na zijn dood verviel het burggraafschap Leysenich, als een verstorven leen, weder aan hertog George van Saksen.
Zie Luiscius o.h.w. Kobus en de Rivecourt o.h.w. Scheltema, Staatk. Ned. D. II. bl. 32.