Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11
(1865)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 387]
| |
Leydekker, predikant te Sas van Gend en later te Bergenop Zoom, waar hij in 1760 emeritus werd, en den 1sten Maart 1761 stierf. Hij werd den 6den Maart 1761 in het koor der Groote Kerk begraven. Hij gaf in het licht den tweeden druk van zijns vaders Aaron, Mozes en Christus, vermeerdert uit de aanteekeningen van den Schrijver, etc. (Gron. bij L. Groenewout en Spoormaker, 1732. 2de 4o.) Ook beoefende hij de dichtkunst, blijkens zijne gedichten op de bevestiging van Jacobus Mulet te Sas van Gend, en Carolus Tibout, predikant te Tholen, vóór zijne Laatste huis verheerlijkt boven het eerste huis, voorgesteld in eene kerkrede uit Haggai II; 10, Rott. 1752 en P. de la Rue's Gel. Zeeland. Zie la Rue. Gel. Zeel. bl. 50; Glasius, o.h.w. van der Aa, N.B.A.C. Woord. D. II. bl. 360; Boekz. 1756. b. bl. 240, 1760. a. bl. 516, 1761. a. bl. 379, 380. |
|