[Petrus Leupenius]
LEUPENIUS (Petrus) of Leupen, zoon van Pieter en Barbara Leupen, geboren te Colchester, in Engeland, of in Leijden, studeerde aldaar, sedert 1630, in de godgelcerdheid, werd in 1633 beroepen tot eerste predikant te 's Hertogenrade, van waar hij door de Spanjaarden verjaagd werd, van daar in 1637 naar Hattem, in 1642 naar Amsterdam, waar hij in 1670 in den ouderdom van 62 jaren overleed. Hij huwde in 1634 Sara Bucquoy. Hij beoefende niet slechts de godgeleerdheid, maar ook de Nederlandsche taalkunde.
Hij schreef:
De Geesel der Zonde, 1651. 4o.
Aanmerkingen op de Nederd. Taale. In 't licht gegeven door Petrum Leupenium, Bedienaer des Godlyken Woords t' Amsterdam. By Hendryk Donker, Boekverkooper in de Nieuwebrugsteeg, in 't Stuurmans Gereedschap, Ao. 1659. 8o. Gedr. te Amsterdam by Tymon Houthaak. Ook bestaat er eene uitgaaf van 1653. 8o.
Aan hem en de overige Amsterdamsche predikanten werd in 1652 opgedragen Tractaet ofte Handelinge van de kerck enz. door P. de Mornay, vertaald door Lucas de Heere enz.
Zie Soermans, Kerk. Reg.; Wagenaar, Amst. D. VIII. bl. 487; Nav D. II. Kramm, Lev. en Werk der Holl. en Vl. Kunst-Sch. D. IV. bl. 966; Cat. der Bibl. van de Maatsch. van Ned. Lett. te Leijd. D. I bl. 126; Abcoude, Naamr. van Boek.; Cat. van Hulthem, No. 23231.