[Johan van Lemmege]
LEMMEGE (Johan van), of Lemmigo bloeide in 1494 als burger te Groningen. Hij schreef daar eene kronijk, die door Matthaeus in zijne Anal. vet. et med. aevi, T. I. p. 67-86. ed. in 4o. is uitgegeven. Zij begint met 1100, toen Groningen eerst bemuurd werd en loopt tot 1436. De schrijver haalt een tweede en derde boek aan, dat men hier niet vindt. Hij erkent zelf dat het slechts een uittreksel is van een groot werk. Het bestaat slechts uit 19 bladzijden, is slecht en verward geschreven en, volgens de Wind, van weinig belang. De archivaris van Wijn bezat een handschrift, getiteld: Johannes van Lemego, burgemeester van Groningen, Chronyke van Groeninge, met het vervolg op deze Kronijk 179 bladz., door Sicke Beninga, achter hetwelk volgt eene Kronijk, insgelijks over Groningen, loopende van den jare 1513 tot 1527, en geschreven door Johannes Morenius, een inwoner van Brussel in den jare 1566. Op papier 410 bladz. met verschillende handen der zestiende eeuw, hoornen band.
Van Wijn kocht dit handschrift op de verkooping van Verdussen. Het is grootendeels onuitgegeven en met eenige aanteekeningen van beide bezitters voorzien.
Zie Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 325; Foppens, Bibl. Belg. T. I. p. 302; S. Petri, de Script. Frisae, p. 121; Paquot, Mém. pour servir à l'Hist. Litt. des Pays-bas, T. I. p. 321; Matthaei, Anal. T. I p. 68, 70, 76; Pars, Ind. Bat. p. 60; de Wind, Bibl. van Ned. Gesch. D. I. bl. 108; Cat. v. Wijn, bl. 6.