[Adriaan de Lelie]
LELIE (Adriaan de), werd den 19den Mei 1755 te Tilburg geboren, en begaf zich, na zich in de teekenkunst geoefend te hebben, met Cornelis van Spaendonck naar Antwerpen, waar hij onderwijs kreeg van den behangsel- en sieraadschilder Peeters, en later van de Quertemont, en tevens op de Stads-Akademie zich op de bouw- en doorzigtkunde toelegde. Vervolgens begaf hij zich naar Dusseldorp, en copiëerde in de kunstgallerij aldaar, bijna alle portretten van Rubens en van Dijk, en eenige historiestukken van Nederlandsche en Italiaansche meesters. Te Dusseldorp leerde hij den beroemden Petrus Camper kennen, op wiens raad hij zich te Amsterdam vestigde, waar hij, schoon hij steeds de voorkeur aan bouwhuizen uit den burgerlijken stand (tableaux de genre) gaf, zich met het vervaardigen van familie-stukken en portretten bezig hield. ‘Rijkdom, geestigheid en verscheidenheid van ordonnantie, vereenigt in zijne belangrijke tafereelen zich met een breed en meesterlijk penseel.’ Hij stierf den 30sten November 1820, na nog kort voor zijn dood een altaarstuk voor eene der Roomsch-katholijke kerken te Amsterdam vervaardigd te hebben. Zijn kunst is in verschillende kabinetten verspreid. In het gebouw Felix Meritis vindt men o.a. de Teeken-Academie dier Maatschappij, waarin de sprekend getroffen portretten van verscheidene bekende personen voorkomen. Op de verkoopingen van Muller, van der Pot, Cremer en Goll van Frankenstein, golden zijne schilderijen van 300 tot 500 gulden en hooger.
Hij was lid der 4de klasse van het Kon. Ned. Instituut. Zijn portret vindt men bij Immerzeel.
Zie Verslag van de Vierde Openb. Verg. der 4o kl. in het Kon. Ned. Inst. bl. 39; Immerzeel, Lev. en Werk. der Holl. en Vl. Kunst-Sch. D. II. bl. 168.