redde. Deze wilde hem met zich nemen op zijne reizen naar Frankrijk, waartoe hij wel neiging had, doch dat hem door Frederik Spanheim werd afgeraden. Na voleindigde studie keerde hij naar zijne vallei terug, werd in 1639 predikant te Pials en Rodoret, en volgde in 1643 zijn oom, die, ten gevolge der vervolgingen, naar Genève gevlugt was, als predikant van de kerk van St. Jan, toen de aanzienlijkste leeraarsplaats in het geheele Lucerner dal, op. Ten gevolge der vervolging van den markies van Pianezza in de dalen van Savoye, werd hij in 1655 door alle gemeenten als hunnen algemeenen gezant aan de Protestantsche mogendheden en vervolgens naar Pignerol gezonden. Toen het Hof van Turijn de daar getroffen overeenkomst schond en de dalbewoners geenzins in rust en naar hun overtuiging konden leven, werd Leger, die steeds in doodsgevaar verkeerde, in 1661 op nieuw naar verschillende Protestantsche hoven gezonden, om ze met den toestand der dalbewoners bekend te maken, 't geen het hof te Turijn zoo euvel nam, dat het gedurende zijne afwezigheid, al zijne te St. Jan gelegen goederen vernielde, zijn huis slechtte en in plaats er van een schandzuil van wit marmer liet oprigten. Nu keerde hij niet meer naar zijn vaderland terug, maar nam in 1663 het hem aangeboden beroep bij de Waalsche gemeente te Leijden aan, doch deed nog in hetzelfde jaar ten dienste van zijn vaderland, eene reis naar Parijs, en zond haar ook omtrent dien tijd de opbrengst eener aanzienlijke collecte, die hij voor haar in Holland had verzameld. In 1665 ondernam hij op nieuw eene reis naar Genève, en overleed in 1671 te Leyden.
Hij scheef:
Histoire générale des Eglises Evangeliques des Vallées de Piemont, ou Vaudoises. Divisée en deux livres, dont le Premier fait voir incontestablement quelle a esté de tous tems, tant leur Discipline, que surtout leur Doctrine, et de quelle manière elles l'ont si constamment conservés en une si grande pureté, dès que Dieu les a tirées des ténèbres du Paganisme jusques à présent, sans interruptions, et necessité de Reformation. Et le Second traite generalement de toutes les plas considerables persecutions qu'elles ont soufertes, pour la soûtenir, surtout dès que l'Inquisition à commencé à regner sur les Chrétiens, jusques à l'an 1664. Par Jean Leger, Pasteur et Modérateur des Eglises des Vallées et depuis la violence de la Persecution, appellé à l'Eglise Walonne de Leyde. Le tout enrichi de tailles douces. A Leyde chez Jean le Carpentier, fol. 1669. 2 vol. Schoon hier voor de oudere geschiedenis nog al critiek ontbreekt, is dit boek het hoofdwerk over de Waldenzen. Eene Hollandsche vertaling verscheen onder den titel: Gedenkschrift aangaande de vooroullen der Evangelische kerken van de Valleijen van Piemont en andere Waldenzen, enz, door J. Leger, Leyden, 1670. fol. De vertaling behelst echter slechts het eerste deel. Het tweede is niet gevolgd. Eene