[Maximiliaan Lodewijk van Lede]
LEDE (Maximiliaan Lodewijk van) werd den 18 Februarij 1759 te Brugge geboren, en werkte, na zich op de beginselen der teekenkunst aan de akademie aldaar toegelegd te hebben, zes jaren lang onder opzigt van den beeldhouwer Lodewijk Lessuwe, die hem echter weinig meer dan het werktuigelijke der kunst onderwees. Uit de school van Lessuwe ging hij in die van Pieter Pepers over en bleef er drie jaren en met meer vrucht dan in die van Lessuwe. In 1781 vertrok hij naar Parijs; kreeg, bij het beschouwen der schoone modellen, de overtuiging dat hij de teekenkunst grondig moest verstaan, en volmaakte er zich in onder Suvée. Vervolgens oefende hij zich nog twee jaren in de werkplaats van Monot, beeldhouwer des konings, en vervaardigde, onder diens opzigt, de marmeren borstbeelden van Frederik, erfprins van Pruissen, en van den hertog van Angoulême. Later genoot hij nog het onderwijs van Gonoy, insgelijks beeldhouwer des konings en professor der koninklijke akademie. Hij beitelde omtrent dien tijd een standbeeld van negen voeten hoog, in iedere hand een fakkel houdende en staande op de teenen van den voet, als gereed hemelwaarts te stijgen.
Dit beeld werd in brons gegoten en geplaatst in het hotel van Galifé om het te verlichten. Ook vervaardigde hij later eene levensgroote Najade, naar zijne eigene modellen, uit marmer, en in 1786 de kolossale buste eener Bacchante, voor welk kunstgewrocht hij, behalve den prijs van het marmer, 8,000 franken ontving.
In 1787 wees hem de koninklijke akademie van beeldende kunsten voor een bas-relief, de pest onder de regering van David voorstellende, den tweeden grooten prijs toe. In 1789 verliet hij, wegens de beroeringen der Fransche staatsomwenteling Parijs, en tevens ging voor hem het uitzigt op aanzienlijke voordeelen, daar hem voor ongeveer 50,000 francs aan kunstwerken besteld was, verloren. Hij moest thans zijn onderhoud zoeken met het vervaardigen van ornementen, beeldjes en arabesken tot schoorsteen-sieraad, pendules en dergelijke, welke voorwerpen zoo uitstekend waren en in den smaak der Engelschen vielen, dat hij, op hun raad, Brugge verliet en zich te Londen vestigde, waar 's konings beeldhouwer, die zijn talent bewonderde, te vergeefs pogingen aanwendde hem aan zich te verbinden. Gedurende zijn verblijf te Londen vervaardigde hij het model der Graftombe van doctor Johnson, de eerste die in de St. Paulus kerk werd geplaatst, en nog een klein model van die van den beroemden generaal Elliot, gouverneur van Gibraltar, welke rots hij zoo moedig tegen de