Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11
(1865)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 222]
| |
vele kerken in den omtrek met schoon marmer beeldhouwwerk versierde. ‘Lecreux,’ schrijft zijn onbekende biografist, ‘traitait tous les genres de sculpture avec un égal succès: excellent modeleur, il reste de lui beaucoup de petits ouvrages exécutés en biscuit, qui séduisent autant par la grâce, que que par une naïveté d'expression, que lui seul peut-être à sa donner à d'aussi légères compositions.’ Hij prijst ook de bas-reliefs van marmer in het koor der Notre Dame van Kortrijk, die van de deur van het hospitaal Notre Dame en het fronton van de openbare bibliotheek van Doornik. Hij stierf in het laatst der achttiende eeuw. Hij had 25 kinderen bij zijne twee vrouwen, van welke in 1836 nog eene dochter, die in armoedige staat leefde.
Zie N.A.J. Lecreux, Sculpt. Tourn. in Mess. d. Scienc. et d. Arts de la Belg. Année 1837. T. II. p. 137; Kramm, Lev. en Werk. der Holl. en Vl. Kunst-Sch. D. III. bl. 959. |
|