[Adriaan de Latre]
LATRE (Adriaan de) of Adrianus ab Atrio, werd in 1525 te Arras geboren, en monnik in het klooster van St. Laurentius in de nabijheid dier stad. Van daar zond men hem naar St. Jacob te Parijs om te staderen. Hier onderscheidde hij zich zóó, dat het generale kapittel, in 1558 te Rome gehouden, hem benoemde ‘pour lire les sentenees dans la grande école’. Het generale kapittel, in 1561 te Avignon schonk hem den rang van Presenté voor het jaar 1562. Doch de pest, die van den 14 Augustus van dit tot den 8 Januarij van het volgend jaar te Parijs woedde, deed de Latre besluiten naar de Nederlanden terug te keeren. Hij werd toen openbaar hoogleeraar aan de nieuwe hoogeschool, te Douai opgerigt, en verkreeg, den 12 October 1564, bij de eerste promotie, die er plaats had, de waardigheid van doctor. De Latre was een goed theologant, en had groote gaven voor den predikstoel. Hij hield de inwijdingsrede van de hoogeschool te Douai, en werd prediker aan het hof te Brussel. Hij bekleedde in zijne orde den rang van prior, en, volgens sommigen, was hij vrearis van den bisschop van Arras. Hij stierf in 1572 in het oude klooster dier stad.
Hij schreef.
De dignitate Magisterii, (waarschijnlijk de inwijdingsrede der akademie te Douai), en De Sacris Missae ritibus.
Hij liet eene verzameling leerredenen, doch evenmin als de redevoeringen in het licht gegeven en eene verzameling van prenten na, die zeer geprezen werden.
Zie Quétif en Echard, Ord. Prem. Script. T. II. p. 217, 218, Val. Andreas, Bibl. Belg. Foppens, Bibl. Belg. T. I. p. 187; Paquot, Mém. pour servir à l' Hist. Litt. des Pays-Bas, T. II. p. 629.