[Gijsbert Lappius à Waveren]
LAPPIUS à WAVEREN (Gijsbert) of Gijsbert van der Lappen van Waveren, werd in 1511 te Weesp geboren, waar zijn vader, Jan van der Lappen, bailluw was. Hij was een leerling van Lambertus Hortensius te Naarden, en onderwees vervolgens zelve de grammatica te Zierikzee. Later werd hij student in de medicijnen te Leuven, en genoot er het onderwijs van Regnerus Gemma. Van daar begaf hij zich naar Bologne, waar hij den 10den October 1545, den doctoralen graad, uit handen van Jakobus Arichius ontving. Hij zette zich, in het vaderland wedergekeerd, eerst te Kampen en vervolgens te Utrecht neder, waar hij Jacoba van Westrenen huwde. Hij stierf den 4den Januarij 1574, en werd in de voormalige St. Paulus kerk begraven. Hij liet een zoon, Jan van der Lappen, na, die f 800 aan het gesticht van Standonck te Leuven, vermaakte.
Hij schreef:
Institutiones Grammaticae, Antv. Henricus Petri, Middelburgensis, 1539. 12o.
Eene Latijnsche elegie vóór Lamberti Hortensii.
Enarrationes in Virgilii Aeneïda, Bas. 1559. fol.
Zie Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 290. Dez. Fasti, p. 273. Paquot, Mém. pour servir à l'Hist. Litt. des Pays-bas, T. I. p. 45. Burmanni, Traj. erud. p. 172.