Zeeuwsche schepen in gevecht en zeilde, door de eerste nagezet, naar Antwerpen terug. Zij had het doel niet bereikt en slechts eenigen voorraad, doch niet voldoende, in de benaauwde stad kunnen brengen. Later rustte Lannoy zich, op Alva's last, toe, om andermaal en beter Middelburg van lijftogt te voorzien, en begon daartoe den 15den en 16den November 70 zoo oorlog- als voorraadschepen gereed te maken, doch ook deze poging mislukte.
In den aanvang van 1574 ontstond er twist tusschen Lannoy en Mondragon, die hem verdacht dat hij de geheimen openbaarde. Hij trok zich dit zoo aan, dat hij van droefheid krank werd en stierf.
Zie Strada, Nederl. Oorl. D. I. bl. 365; Bentivoglio, Nederl. Hist. bl. 128, 180; J.A. Thuani, Hist. D. LIV. p. 862; J.F. le Petit, Chron. Liv. X. p. 218, Liv. XI. p. 225, 248, 252, 256, 257; E. de Veer achter Goudhoeven, Chron. bl. 63; Hooft, Nederl. Hist. bl. 279, 280; van Meteren, Nederl. Hist. fol. 81, 82; Antwerpsche Chronijk, bl. 251, 252; F. Haraei, Annales, p. 182; Bor, Nederl. Oorl. D. I. fab. 330, 150; E. van Rheyd, oorsprong en voortgang der Nederl. Oorl. bl. 18; Montanus bij Guicciardyn, bl. 521; Gentsche Geschied. D. II. bl. 217; Hoynck van Papendrecht, Anal. Belg. T. I. p. 50, P. II. p. 752, T. II. p. 11. p. 150, 156, 179, 180, 183, 185; Wagenaar, Vad. Hist. D. VI. bl. 599, 439; van Yperen, 200-jarig Jubelfeest, bl. 159, 160; 's Gravezande, Tweede eeuwgetijde der Middelb. vrijheid (Reg.) Groen van Prinsterer, Archives de la maison d'Orange-Nassau, Prem. Serie. T. III. p. 435, 454, 456. T. IV. p. 91, 143, 185, 254, 255, sv. 308.