[Henricus Langenes]
LANGENES (Henricus) van Amsterdam, studeerde te Utrecht en verdedigde aldaar onder Lampe, in 1723, eene Dissertatio Theologica de personalitate του λογου, werd in 1726 als proponent te Etershem en Schardam, en in 1727 te Venhuizen beroepen, waar hij den 27sten April 1747 vrijwillig afstand deed (met een pensioen van f 350), wegens verzwakte geestvermogens, en overleed te Buiksloot, 30 Augustus 1750, ond bijna 54 jaren. Hij schreef, behalve de genoemde Disputatio, in 1723 te Utrecht in 4o. uitgegeven:
Verzameling van Bijbelstoffen, Enkh. 1734. 2 d. 4o.
Verklaring over de klaagliederen van Jeremia, Amst. 1753. 4o.
Leerreden over de Steenrotze uit Exod. XVII:6, Amst. 4o.
Over het Vierde Gebod.
Zie de Paauw, Verv. op M. Veeris Naaml. der Pred. bl. 121. Mourik en Noordbeek, Naamr. van Godgel. Schr. Arrenberg, Naaml. van Boek. bl. 296; Cat. de Gove, p. 43.