Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11
(1865)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 73]
| |
jare 1700 te Amsterdam geboren, een ervaren en dapper zeekapitein uit de eerste helft der achtiende eeuw, schreef: Handboekje voor den Zee-leerling, zijnde een beknopte beschrijving der toetakelingen eens oorlogschips, enz. Amsterd. 1731. 8o. dat voor dien tijd in eene gegronde behoefte voorzag. Er bestaan twee teekeningen van Barbarijsche zeehavens, Algiers en Santa Cruz, naar teekeningen van zijne hand. In 1743 had deze zee-kapitein het bevel over 's lands schip de Arend. Er bestaat van hem een met vele zaakkennis en groote naauwkeurigheid beschreven verhaal, getiteld: Extract-Missive of kort historisch Verhaal van de voornaamste zaken, die bij de geduurige Regerings-verandering in Barbaryen, of eygentlyk het Rijk van Fez zijn voorgevallen na de dood van Muley Ismael, keyser van Marocco in den jaare 1727. En wel inzonderheyd by deszelfs overheersching door Muley Abd'allah in den somer van 't jaar 1743. Geschreven in 's Lands schip den Arend, gecommandeerd door den Captyn Mart. Lambrechts, liggende in de baay van Tanger den 25 September 1743. Te Amst. bij Joris v.d. Woude, boekverkooper in de Lombartsteeg, 1743. Bl. 67 en volgg. der Handelingen der Jaarlijksche Algemeene Vergadering van de Maatsch. der Ned. Letterk. te Leiden, 1861, vindt men een belangrijk uittreksel van dit verhaal over den Nederlandschen staatsman Ripperda. Beschrijving van Algiers, in hands.
Zie de Jonge, Ned. Zeewez. D. V. bl. 82, VI. a. bl. 330 339; Hand. van de Maatsch. van Ned. Lotterk., 1861, bl. 67; Cat der Maatsch. van Ned. Letterk. D. I. bl. 144; Nav. 1860. bl. 228. Cat. De Lange van Wijngaerden, bl. 103. |
|