[Lambertus]
LAMBERTUS, bisschop van Tongeren, werd te Maastricht uit een adelijk geslacht geboren. Hij bestuurde zijn bisdom, eerst in vrede, doch werd daarna, door zekeren Ebroinus, opperhofmeester van den koning der Franken, uit zijnen bisschoppelijken stoel verjaagd, terwijl een onwettige bisschop, met name Pharamundus, in zijne plaats werd ingedrongen. Lambertus nam de wijk naar Stavelo, en leidde in dat klooster een voorbeeldig leven. Na den dood van Ebroinus werd hij door Pipinus van Herstal, die toen opperhofmeester was geworden, in zijne zetel hersteld. Met vernieuwden ijver hernam hij zijne bediening, en breidde het licht van het Evangelie over het noordelijk en oostelijk gedeelte van het namalige bisdom van 's Bosch uit. Volgens eene overlevering zou hij met Willebrordus, apostel der Vriezen en stichter der Utrechtsche kerk, meermalen in onderhandeling zijn geweest. De groote ijver, waarmede Lambertus zijn herderlijke pligten vervulde, en de vrijmoedigheid, waarmede hij den opperhofmeester, Pipinus van Herstal, wegens zijn overspel met Alphaïs berispte, of volgens anderen zijn moedig verzet tegen de plunderzucht van sommigen, die zich van kerkelijke goederen hadden meester gemaakt, gaf aanleiding tot hevige vervolgingen. Zekere Dodo viel den bisschop met eene bende gewapende mannen, in het dorp Leodium, waar nu de stad Luik is gebouwd, aan. Een der booswichten doorboorde met een werpspiets zijn hart, terwijl hij zich ter aarde had geworpen om te bidden. Zijn dood viel, gelijk men meent, voor den 17den September 709. Zijn ligchaam werd naar Maastricht overgebragt en in de kerk van den H. Petrus