[Jean Baptiste Lambertini]
LAMBERTINI (Jean Baptiste) heer van Cruz-hoven of Gruyshove, werd omtrent 1570 te Antwerpen geboren. Zijn vader, Gilles Lamberti, was Contrechierge in deze stad, en achterkleinzoon van den ridder Bernandino Lambertini, uit de aanzienlijke familie van dien naam te Bologne. Zijne moeder heette Marie Pollaerts. Hij bezocht de Latijnsche school te Kortrijk, en studeerde te Leuven in de wijsbegeerte en regtsgeleerdheid. Van zijne vroege jeugd af, had hij een bijzondere neiging voor de wetenschappen, inzonderheid voor de geschiedenis. Na het eindigen zijner studiën reisde hij door Frankrijk en Italie, hield zich eenigen tijd te Rome op, en te Bologne, waar hij tot Doctor in de beide regten werd bevorderd. Vervolgens bezocht hij met een galei van den groot-hertog van Toscane, Morea, keerde naar Italië, en van daar naar Duitschland terug. Twee jaren later vertrok hij naar Spanje, en keerde over de Nederlanden terug. Eenigen tijd na zijne wederkomst, benoemde de aartshertogin hem tot maire der stad en van het grondgebied van Halle in Henegouwen. Terwijl hij deze betrekking bekleedde, reisde hij nog eenmaal, bij gelegenheid van het jubilé in 1625, naar Rome, en stierf omstreeks 1650. Hij was gehuwd met Jeanne d'Ittre, en liet eene zoon na, die volgt.
Hij schreef:
Theatrum Regium, sive Regum Hispaniae series et compendiosa narratio varias illius Regni historias complectens, Brux. 1628. gr. 4o.
Theatrum Regium sive Regum Aragoniae brevis series, vervolg van het bovenstaande.
Theatrum Regium sive Regum Navarrae brevis series, als boven.
Theatrum Regium sive Regum Portugalliae brevis series, als boven.
Vita B Imeldae Lambertinae, nobilis Bononiensis, ex Italico Latine rèddita, Antv. 1725. In 't Vlaamsch omstreeks 1638 Zie de Bollandisten op den 12den Mei, T. III. p. 183 en 184 en Prosp. Lambertini de Sanctis Bononiensibus.
Paraeneris ad virtutem capessendam et adulkrinam soluptatem ontemnendam, Antv. 1640. 12o.
Zie Sweertius, Athen. Belg. p. 392, 393; Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 454; Foppens, Bibl. Belg. T. I. p. 572; Paquot, Mém. pour servir à l'Hist. Littér. des Pays-Bas, T. I. p. 463; Théatre de la Nobl. de Brab. p. 406, 407; M. Diercxsens, Antv. Christo narc. T. IV. p. 363-365.