genegen, nam Hoorn stormenderhand in, veranderde de Regering, dreef de Hoekschen uit en werd in den oorlog tegen Utrecht, terwijl hij bezig was de voorstad buiten de Amsterdamsche poort in een uitval der belegerden doodgeschoten (1483). Hij was in 1478, onder Maximiliaan tot Ridder van het gulden vlies verkozen.
Zie Groote Chron. D. XXXI. Cap. 24, 25; Jur. Her. bl. 486. Joann à Leijdis, van de Heeren van Brederode, Cap XLIX. bl. 644; Amelgardi, Gesta Lud. Lib. VI Cap 20 volgg. Lib. VII Chron. van Anno 1481-1483 passim; Velius, Chronijk van Hoorn, bl. 121, 122 volgg. Beaufort, Leven van Willem I, D. II. bl. 55 der Inleid.; Wagenaar, Vad. Hist. D. IV. bl. 191-228; van Wijnop Wagenaar, D. IV. bl. 55; Scheltema, Staatk. Ned. o.h.w.