[Reinier de Lairesse]
LAIRESSE (Reinier de) werd omtrent 1596 te Luik geboren en oefende zich reeds vroeg onder Jan Taulier, met wiens dochter hij later huwde, in de schilderkunst. Hij vestigde zich in zijn geboorteplaats en werd later eerste schilder van Ferdinand van Beijeren, keurvorst van Keulen en Prins-Bisschop van Luik. Immerzeel noemt de schilderijen, die van hem bekend zijn en zoo te Luik als elders in België berusten op. Deze stukken, meest alle tafereelen aan de bijbelsche geschiedenis en fabelkunde ontleend, zijn niet zonder verdiensten, en gewis had hij een groote hoogte in dit vak bereikt, indien zijn talrijk gezin hem niet gedwongen had ook een ander kunstvak te beoefenen, namelijk het beschilderen van hout in de manier van rooden jaspis en wit marmer. Hij hield zich lang te Châlons en Vitri-le-Français, waar hij ontboden was, op, en stierf aldaar in 1667, in den ouderdom van omstreeks 70 jaren. Vier zijner zonen hebben het penseel behandeld.
Zie Immerzeel, Levens en Werken der Holl. en Vlaamsche schild. D. II. bl. 149; Kramm, Levens en Werken der Holl. en Vlaamsche schild. D. III. bl. 935.