[Willem Kuser]
KUSER (Willem) of de Cuser, zoon van Koenraad Cuser, of volgens anderen van Koen Kuser, 's graven raad, die den titel van baron voerde, was een gunsteling van hertog Albrecht van Beijeren, die hem zijnen neef noemde en hem tot baljuw van Amstelland, Waterland en Rijnland aanstelde. Hij bekleedde dit ambt reeds in 1342 en was in 1392 zijn hofmeester. Bij den moord aan jonkvrouw Aleid van Poelgeest in dat jaar wilde hij haar beschermen en hij verloor daarbij insgelijks het leven.
Zie Mieris, Groot Charterb. D. III. bl. 204; Vad. Cron., bl. 248, 249; J. Leijdis, Chronicon Comit Holl et Episc. Ultraj. Libr. XXII. p. 2; Veldenaar, Kronyk van Holland, enz bl. 65; Kok, Vaderl. Woordenb. D. X. bl. 595; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. III. bl. 322; van Wijn, Nalez. op Wagenaar, bl. 185; Arend, II. St. II. 88; Kron. van het Hist, Gen. Register op K. Wagenaar, Amst.