Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 10
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 433]
| |
bende laten varen, vestigde hij zich onder Hendrik VIII in Engeland, waar zijne kunst, zoo in olie als in waterverw, geacht was.
Zie van Mander, Leven der Schild. fol. 217; van Leeuwen, Beschr. van Leiden, bl. 188; Immerzeel, Leven en Werken van Holl. en Vlaamsche Kunstsch D. III. bl. 128; Kramm, Leven en Werk. der Kunstsch. D. III. bl. 890. Zijn portret vindt men bij van Mander, pl. I No. |
|