Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 10
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 418]
| |
schap Kuilenburg, en onderteekende het Verbond der Edelen. Hij stond aan de spitse der Protestanten, die in 1566 aan graaf Floris van Pallant de Gasthuis-kerk te Kuilenburg verzochten, tot het houden van hunne godsdienstige vergaderingen, en verklaarde de toestemming van zulk een verzoek des noods met kracht van wapenen te zullen keeren. Doch gelukkig wist de Graaf voor het oogenblik dien oproergeest te dempen door te gelasten dat zij hunne belangen schriftelijk zouden indienen; gelijk zij dan ook den 6 Mei 1566, op eenigzins gematigden toon, deden, met eene onderteekening van 70 personen. Van dit stuk verwierf Hendrik van Cuyk, die tot den bisschopsstoel van Roermonde opklom, en zich eerst te Kuilenburg bevond, door den stads-secretaris, Dirk van Baden, een der onderteekenaars, een afschrift, en gaf het weinige dagen later te Leuven uit, onder den titel van: Nieuwe tydinghe van die van Culenborgh. Item de supplicatie van die adelen Raat ende van den borgheren van Culenborgh, gedrukt in 't jaar 1566. Die afdruk, zonder vermelding van plaats geschied, is echter vrij slordig geleverd, en mist de onderteekeningen. Voet van Oudheusden heeft het in zijnen tijd blijkbaar reeds onleesbare oorspronkelijke stuk in zijne Hist. Beschrijv. van Culemborg insgelijks doen afdrukken. Doch behalve dat hij de onleesbare plaatsen slechts met stippen aanvult, en andere overslaat, is bovendien nog, even als bij de overige uit hem ontleende bijlagen, de oorspronkelijke spelling verwaarloosd. Schultz Jacobi heeft het naar den oorspronkelijken tekst achter zijne Geschiedenis der Luth. Gemeente te Kuilenburg gevoegd. Melchior werd in 1568 door Alva gebannen en beschuldigd van vijandigheden te hebben geoefend, en voor de poort van een klooster buiten Hoorn, bij trommelslag verkocht te hebben, verschillende roerende goederen, door de soldaten uit het klooster gestolen en van arme boeren en andere onderdanen van Z.M.: ook dat hij voor Amsterdam was geweest, met het voornemen om de stad door verrassing in te nemen. Misschien is hij met Brederode's aanhangers gevlucht en gevangen. Sommigen toch melden dat hij raad en geheimschrijver van den graaf van Egmond was, en op denzelfden tijd met dezen onthoofd is, doch 't is niet zeker. Hij liet vier dochters na, uit zijn huwelijk met Elisabeth van Bronkhout, dochter van Laurens en Margaretha Mol.
Zie te Water, Verbond der Edelen, D. II. bl. 329, 830, D. IV. bl. 434; Sententiën van Alva, bl 128, 129; Schultz Jacobi, Gesch. der Luth. Gemeente te Kuilenburg, in Bijdragen tot de Gesch. der Evang. Luth. Kerk, 2e stuk, bl. 117, 118; Voet van Oudheusden, Beschr. van Culenborg, bl. 158, 160, 215. |
|