[Agge Roskam Kool]
KOOL (Agge Roskam), koopman in de Beverwijk, van wien ons geene levensberigten bekend zijn, was een zeer verdienstelijk man, die door zijne bemoeijingen tot welzijn zijner medeburgers meer verdiende geëerd te worden, dan zulks tot heden het geval was. In 1755 vinden wij hem met C. Nozeman, Remonstrantsch predikant te Haarlem, en J. Tak, geneesheer te Leiden, eene krachtige poging aanwenden, om door inenting het verdwijnen der rundpest te beproeven.
Hij maakte zich verder beroemd door het uitvinden van een werktuig, zijnde een raam en vlot, om den in gevaar van schipbreuk verkeerenden zeeman daardoor, indien mogelijk, te bewaren.
Bij den twist over het golvenstillend vermogen der olie, de teer of de traan, schaarde hij zich aan de zijde van de voorstanders dergenen die dat vermogen, op goede gronden en na genomene proeven aannamen en prees hij het aan boord hebben van traan, olie en teer ten sterkste aan in een voor hem uitgegeven geschrift, getiteld:
Beschrijving en Onderrichtingen, behoorende tot de Nieuwe Platte Paskaart der Hollandsche stranden, tusschen de Maaze en Texel, Amst. 1773.
Dat Kool ook de Vaderlandsche letterkunde beoefende blijkt uit grootendeel door hem vervaardigd Woordenboek tot de Noord-Hollandsche Dialekt, op de Bibl. der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leijden in handschrift aanwezig.
Zie Stuart, Vaderl. Hist. D. I. bl. 186; Collot d' Escurij, Holl. Roem in Kunst. en Wetensch. D. VI. st. I. bl. 324. Cat. der Bibl. van de Maatsch. van Ned. Letterk. te Leiden D. I. bl. 65.